Zoals ik in eerdere
columns heb aangegeven zal ik de komende tijd meerdere aspecten van
beleggen, en vermogensbeheer in het bijzonder, bespreken. Dit keer wil ik
één van de belangrijkere, zo niet het belangrijkste aspect van beleggen
bespreken, namelijk asset allocatie. Onderzoek wijst namelijk uit dat meer
dan 90 procent van het rendement op de lange termijn bepaald wordt door de
asset allocatie. Wel de moeite waard om even naar te kijken.
Asset allocatie. Wat is het precies? Volgens een op het internet gevonden
definitie kan asset allocatie omschreven worden als: het verdelen van
investeringsmiddelen over verschillende categorieën van activa om
doelstellingen te bereiken zoals het optimaliseren van de
risico/rendementsverhouding van de portefeuille.
Het draait bij asset allocatie dus om drie punten:
A) het vermogen verdelen over de verschillende beleggingscategorieën, om
B) doelstellingen te bereiken en
C) hiermee de risico rendementsverhouding te optimaliseren.
Klinkt simpel, maar is het dat ook? Om goed te begrijpen wat de essentie van
asset allocatie is en wat het voor een belegger kan betekenen, zal ik de
drie bovengenoemde punten verder uitwerken.
Beleggingsklassen
Wanneer je een juiste asset allocatie wil realiseren, is het geen overbodige
luxe te weten welke verschillende soorten assets (beleggingscategorieën) er
zijn. Iedereen is wel op de hoogte van het bestaan van asset classes als
aandelen en obligaties, maar dit zijn niet de enigen.
Om alle verschillende financiële producten in het huidige financiële klimaat
te vangen, wordt over het algemeen de volgende categorisatie aangehouden op
hoofdlijnen: cash, aandelen, obligaties, vastgoed en alternatieve
beleggingen.
De financiële wereld heeft er trouwens een sport van gemaakt de meest
complexe, risicovolle en ingewikkelde producten te verzinnen waarin vermogen
belegd kan worden (denk hierbij bijvoorbeeld aan de CDO, de Collateralized
Debt Obligation, door velen gezien als een van de veroorzakers van de
kredietcrisis), maar dat zie ik meer als een invulling van de eerder
genoemde indeling op hoofdlijnen.
Doelstellingen
Nu duidelijkheid is welke beleggingscategorieën er zijn, is het voor iedere
belegger de taak zijn of haar financiële doelstellingen voor ogen te hebben,
want zonder doel kan je immers niet de weg er naartoe bepalen.
Het is daarom goed om eerst na te denken over je eigen financiële
doelstellingen; pas als dat helder is, kan je de strategie gaan uitzetten.
Of de voorkeur nou uitgaat naar een defensieve, neutrale of meer offensieve
strategie, elke strategie zal leiden tot een mix van verschillende asset
classes in de portefeuille.
Om deze mix te bepalen moet een belegger wel kennis en inzicht hebben in de
specifieke kenmerken van iedere asset class, waarvan de meest bekende het te
verwachte rendement en de bijbehorende standaarddeviatie (eenheid voor het
meten van risico) van de beleggingscategorieën zijn.
Risico en Rendement
Het idee achter het verdelen van vermogen over verschillende
beleggingscategorieën is gelegen in het feit dat je als belegger op
hoofdlijnen te maken hebt met twee soorten risico’s: het marktrisico en het
structuurrisico.
Het marktrisico is onontkoombaar: een belegging kan nou eenmaal stijgen of
dalen in waarde. Het structuurrisico is echter voor een zeer groot deel te
vermijden door een goede spreiding in de portefeuille aan te leggen op asset
class, maar ook geografisch en op sector.
Het is onverstandig om te wedden op één paard, net zo min als dat je al je
eieren in één mandje moet stoppen: dit brengt onnodig risico met zich mee.
Dit wordt duidelijk in de volgende situatie: als iemand twee aandelen
opneemt in zijn portefeuille, en de koers van een van die aandelen daalt met
50 procent, dan neemt de waarde van de totale portefeuille af met 25
procent.
Heeft die persoon echter 25 verschillende titels in zijn portefeuille, dan
heeft de 50 procent daling van de koers van dat desbetreffende aandeel niet
tot gevolg dat de waarde van de portefeuille met 25 procent daalt. De waarde
wordt immers ook bepaald door de andere 24 titels (in het voorbeeld
hierboven ga ik er vanuit dat de aandelen echter niet perfect gecorreleerd
zijn, want zijn het bijvoorbeeld 25 aandelen van oliemaatschappijen dan kan
een verandering van de olieprijs tot gevolg hebben dat alle koersen van
oliemaatschappijen fors dalen).
Het uitgangspunt van een goede asset allocatie is dus dat je door spreiding
van het vermogen over verschillende beleggingscategorieën, sectoren en
regio’s het risico van de portefeuille kan verkleinen, zonder dat het ten
koste hoeft te gaan van het rendement (risico is immers een graadmeter voor
rendement).
Zo zal een portefeuille die aandelen bevat van bedrijven die verschillend
reageren op een bepaalde omstandigheid in zijn totaliteit minder heftig
reageren op marktomstandigheden. Dit heeft echter ook tot gevolg dat wanneer
in een bepaalde sector of land de koersen exploderen, hier minder van
geprofiteerd zal worden. Echter, het afvlakken van de dalen heeft op lange
termijn een veel groter positief effect dan proberen de pieken te
“berijden”.
Het gegeven dat er voor iedere eenheid risico een optimaal rendement gevonden
kan worden is aangetoond door het wetenschappelijke en Nobelprijswinnend
onderzoek van Markowitz en Sharpe, de Moderne Portefeuille Theorie (MPT).
Sinds deze ‘openbaring’ baseren veel vermogensbeheerders en
beleggingsinstellingen, en dan met name institutionele partijen, hun
beleggingsmethodiek op spreiding en diversificatie.
En nu zelf?
Zelf de optimale asset allocatie bepalen is moeilijk of zelfs haast onmogelijk
door het oneindige aantal mogelijke beleggingen met allemaal hun eigen
kenmerken. Daarnaast is de optimale asset allocatie niet een statisch
gegeven. Deze dient continu opnieuw bepaald te worden, aangezien markten,
maar misschien ook uw eigen doelstellingen, in beweging zijn. Het kan
bijvoorbeeld verstandig zijn om, wanneer markten volatieler worden (het
risico neemt toe), even een wat defensievere strategie te hanteren om
vervolgens weer terug te schakelen naar een meer offensieve strategie.
Ook kan “market access” voor particuliere beleggers lastig zijn, omdat zij nu
eenmaal niet over dezelfde handelsmogelijkheden als professionele partijen
beschikken. Sommige beleggingen worden daardoor zo duur in de aanschaf, dat
het eigenlijk niet meer loont om deze in de portefeuille op te nemen terwijl
dit eigenlijk wel zou moeten.
Gelukkig zijn er talloze partijen die op basis van uw persoonlijke financiële
doel een portefeuille kunnen samenstellen, of die rekenmodules hebben
gebouwd die het voor u doen.
Erik Drijkoningen is hoofd Product Ontwikkeling bij Ohpen,
de nieuwe online beleggingsinstelling uit Amsterdam.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl